Transport ondernemer
transport vergunningWilt u een onderneming starten in het beroepsgoederenvervoer over de weg, dan dient u een transportverguning, de Eurovergunning aan te vragen bij de NIWO. Beroepsgoederenvervoer is het tegen betaling vervoeren van goederen voor derden. De vergunningplicht geldt bij binnenlands vervoer voor vrachtauto's met een laadvermogen van meer dan 500 kg en bij grensoverschrijdend vervoer voor vrachtauto's met een maximum toegestaan gewicht van meer dan 3.500 kg.
U komt in aanmerking voor een Eurovergunning als u voldoet aan drie kwalitatieve eisen. Naast deze eisen is een inschrijving in het handelsregister van de KvK nodig.
Als uw vergunningaanvraag is toegewezen, ontvangt u hiervan een beschikking. Vanaf dat moment kunt u Eurovergunningbewijzen (zgn. Eurokopie) opnemen voor op uw voertuigen. U ontvangt een origineel exemplaar van de Eurovergunning dat op kantoor moet blijven. De daarvan afgeleide Eurokopie gaat met het voertuig mee. Dit voertuig mag dan binnen de Europese Unie (EU) goederen gaan vervoeren voor derden, zowel binnenlands als grensoverschrijdend.
Een aantal EU-lidstaten stelt extra eisen in geval van derdelandenvervoer met niet EU-landen. In een aantal lidstaten is cabotage (binnenlands vervoer in een ander land) nog niet toegestaan. Voor vervoer op landen buiten de Europese Unie zijn meestal ook nog ritmachtigingen of een CEMT-vergunning nodig.
Geldigheidsduur
De Eurovergunning is vijf jaar geldig en kan daarna worden verlengd. De geldigheidsduur van de Eurokopieën is gelijk aan die van het originele exemplaar. Als niet meer aan de gestelde eisen wordt voldaan, trekt de NIWO de vergunning in. Dit wordt eens in de vijf jaar getoetst.
In de Wet wegvervoer goederen (WWG) worden drie kwalitatieve voorwaarden gesteld, die binnen de Europese Unie gelden voor toetreding tot de beroepsgoederenvervoermarkt. Bij de eerste vergunningaanvraag en vervolgens om de vijf jaar moeten transportbedrijven aantonen dat zij aan de eisen voldoen. Hier volgt een uitgebreide beschrijving.
De aanvrager moet kunnen beschikken over een kapitaal en reserves, benodigd voor een correcte aanvang en beheer van de onderneming. Als meer natuurlijke personen gezamenlijk als ondernemer optreden moeten zij gezamenlijk voldoen aan deze eis. Het bedrijfskapitaal is vastgesteld op euro 9.000 voor de eerste in te zetten vrachtauto en € 5.000 voor iedere volgende vrachtauto. Bijv. voor twee auto's is dat dus 1 x euro€ 9.000 + 1 x euro 5.000 = euro 14.000. Onder vrachtauto wordt verstaan een solovrachtauto, een bestelbus of een combinatie van vrachtauto met aanhangwagen of trekker met oplegger.
Het bedrijfskapitaal is het voor de onderneming beschikbare risicodragend vermogen, bestaande uit het eigen vermogen van de onderneming. Bij de grootte van het risicodragend vermogen mag eventueel een zgn. ‘belegging in durfkapitaal’ volgens de artikelen 5.17 en 5.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden meegeteld. Deze regeling geldt uitsluitend voor beginnende ondernemers.
De beschikbaarheid van het bedrijfskapitaal kan uitsluitend worden aangetoond met een gedetailleerde openingsbalans met toelichting en een daarbij behorende ‘Verklaring inzake het minimaal aanwezige risicodragend kapitaal’ van een registeraccountant (RA) of een accountant-administratieconsulent (AA), die een beschrijving bevat van de op de openingsbalans opgenomen activa en passiva, onder vermelding van de daarbij toegepaste waarderingsgrondslagen en van het voor de grootte van de onderneming beschikbare risicodragend vermogen. Deze beschrijving mag niet ouder zijn dan twee maanden.
Een ondernemer uit een andere EU-lidstaat dan Nederland mag ook een verklaring overleggen, afgegeven in die andere lidstaat overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 96/26/EG.
De betrouwbaarheid van natuurlijke personen en van rechtspersonen wordt aangetoond met een integriteitverklaring beroepsvervoer (IVB). Covog, het centraal orgaan verklaring omtrent het gedrag, van het Ministerie van Justitie geeft de IVB af. Rechtspersonen vragen de IVB rechtreeks aan bij Covog. Natuurlijke personen vragen de verklaring via de gemeente van inwoning aan.
Is de rechtsvorm van de onderneming een B.V., V.o.f. of C.V. etc. dan moet een integriteitverklaring rechtspersoon worden aangevraagd. Betreft het een eenmanszaak op naam van de eigenaar dan vraagt de eigenaar een integriteitverklaring natuurlijk persoon aan. Is de vakbekwaam bestuurder een procuratiehouder of bedrijfsleider, dan moet deze persoon apart een integriteitverklaring natuurlijk persoon worden aangevraagd.
Het aanvraagformulier voor beide verklaringen kunt u downloaden van de NIWO site of van www.justitie.nl/themas/vog
Een ondernemer of bestuurder uit een andere EU-lidstaat dan Nederland mag ook een verklaring van goed gedrag overleggen, die is afgegeven in die andere lidstaat overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 96/26/EG (laatstelijk gewijzigd bij 98/76/EG). Deze mag ook niet ouder zijn dan drie maanden.
Meer informatie over de integriteitverklaring beroepsvervoer (IVG/VOG)
Eén van de eisen voor vergunningverlening is de eis van betrouwbaarheid. Aan de eis van betrouwbaarheid wordt voldaan door overlegging van een integriteitverklaring beroepsvervoer (IVB/VOG) door de rechtspersoon en/of de natuurlijke persoon die permanent en daadwerkelijk leiding geeft.
Is de rechtsvorm van de onderneming een B.V, V.o.f. of C.V. etc., dan moet een integriteitverklaring rechtspersoon worden aangevraagd. Betreft het een eenmanszaak op naam van de eigenaar dan vraagt de eigenaar een integriteitverklaring natuurlijk persoon aan. Is de vakbekwaam bestuurder een procuratiehouder of bedrijfsleider, dan moet voor deze persoon apart een integriteitverklaring natuurlijk persoon worden aangevraagd.
De integriteitverklaring van rechtspersonen wordt rechtstreeks aangevraagd bij en afgegeven door het Centraal orgaan verklaring omtrent het gedrag (COVOG) van het Ministerie van Justitie. Natuurlijke personen vragen de verklaring aan bij de afdeling Burger-/Publiekszaken van de gemeente van inschrijving in de gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Om de vijf jaar moet er een nieuwe integriteitverklaring beroepsvervoer worden overgelegd. De integriteitverklaring beroepsvervoer komt grotendeels overeen met voorheen de verklaring omtrent het gedrag (VOG) en is geregeld in de Wet wegvervoer goederen (WWG) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
Aanvragen
U kunt een integriteitverklaring beroepsvervoer rechtspersoon (IVB/VOG - RP) aanvragen door een volledig ingevuld aanvraagformulier in te leveren bij het Centraal orgaan verklaring omtrent het gedrag (COVOG) van het Ministerie van Justitie. Een integriteitverklaring beroepsvervoer natuurlijk persoon (IVB/VOG - NP) vraagt u aan door een volledig ingevuld aanvraagformulier in te leveren bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente waar u staat ingeschreven. De aanvraagformulieren voor de IVB/VOG - RP en de IVB/VOG - NP kunt u tezamen met het aanvraagformulier voor de vergunning downloaden van de website van de NIWO.
De gemeente voert uw gegevens in en stuurt de aanvraag door naar het COVOG. Dit orgaan beslist namens de Minister van Justitie of al dan niet een IVB/VOG wordt afgegeven. Een beslissing op de aanvraag van een IVB/VOG - NP wordt binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag genomen en een beslissing op de aanvraag om een IVB/VOG - RP binnen acht weken.
VOG-onderzoek
Het COVOG raadpleegt voor het IVB-onderzoek het centraal justitieel documentatieregister. In dit register staan gegevens over afdoening van strafbare feiten vermeld, van onherroepelijke veroordelingen tot sepots en transacties. Daarnaast kan COVOG politieregistergegevens in het onderzoek betrekken en kunnen inlichtingen bij het Openbaar Ministerie en de reclassering worden ingewonnen. Bovendien worden bij het IVB-onderzoek ook eventuele vonnissen van de burgerlijke rechter wegens niet naleven van de CAO bepalingen meegewogen. De gegevens worden in samenhang gewogen en beoordeeld. Indien uit het IVB-onderzoek blijkt dat er geen strafbare gedragingen of CAO-vonnissen op naam van de aanvrager staan, dan wordt de IVB afgegeven. Als er wel sprake is van strafbare gedragingen of CAO-vonnissen, dan wordt beoordeeld of deze relevant zijn ten opzichte van het doel waarvoor de IVB/VOG is aangevraagd. Voor het beroep van wegvervoerder is in dat verband een apart screeningsprofiel opgesteld, waaraan door het COVOG getoetst wordt.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u ook contact opnemen met het COVOG, Postbus 16115, 2500 BC Den Haag.
Telefoon: 070 - 370 7234
E-mail: frontdesk.justis@minjus.nl
Internet: www.justitie.nl/themas/vog
Ter voldoening aan deze eis heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat het vakdiploma van de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) aangemerkt als erkend vakdiploma. Per 1 januari 2008 voert de divisie CCV van het CBR de examens uit in opdracht van de SEB. Een ondernemer uit een andere EU-lidstaat dan Nederland mag ook een verklaring van vakbekwaamheid overleggen, die conform artikel 10 van Richtlijn 96/26/EG is afgegeven in een andere EU-lidstaat.
De vakbekwaamheid voor de Eurovergunning kan alleen worden ingebracht door een bestuurder die in bezit is van een vakdiploma voor ondernemer in het binnenlands beroepsvervoer en een vakdiploma voor ondernemer in het grensoverschrijdend beroepsvervoer. De vakbekwaamheid moet worden ingebracht door degene die vanuit de plaats van vestiging permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerwerkzaamheden van de onderneming. Dit kan de ondernemer zelf, een directeur of een vennoot zijn. Het kan ook de procuratiehouder of bedrijfsleider zijn, mits vastgesteld is dat deze permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerwerkzaamheden. De NIWO stelt hiernaar een onderzoek in (lees meer over dit onderzoek). Als meerdere personen leiding geven moet minimaal één voldoen aan de eis.
Onderzoek permanent en daadwerkelijk leidinggeven i.v.m. de inbreng van vakbekwaamheid
In geval de eigenaar van een eenmanszaak, een directeur van een besloten vennootschap of een vennoot van een vennootschap onder firma zelf in bezit is van het vakdiploma, wordt in beginsel aangenomen dat deze persoon permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerwerkzaamheden. Bij twijfel wordt een nader onderzoek in gesteld.
In de overige gevallen wordt altijd een nader onderzoek ingesteld. Het betreft met name gevallen, waarin een procuratiehouder of bedrijfsleider van een eenmanszaak, besloten vennootschap of vennootschap onder firma in bezit is van het vakdiploma.
Het onderzoek richt zich met name op de aard van de werkzaamheden en de daarbij behorende verantwoordelijkheden, het aantal uren dat betrokkene werkzaam is, de honorering van de verrichte werkzaamheden en een eventueel dienstverband elders. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met omvang en aard van het bedrijf.
De vakbekwaam te achten persoon moet in principe aan de volgende eisen voldoen: